wann – wenn – als

De Duitse voegwoorden oftewel koppelwoorden wenn, wann, als raken nog eens door elkaar. Zeker wanneer je moedertaal Nederlands is, zorgen deze Duitse woorden verwarring.

Zo werken wenn, wann en als in het Duits:

 

WENN (~ wanneer, als) vaak voorwaardelijk, tegelijkertijd

Der Elfstedentocht findet statt, wenn das Eis dick genug ist.

Wenn die Sonne scheint, ist es wärmer.

 

WANN (~ hoe laat)

Wann sehen wir uns wieder?

Sie wissen, wann der Zug abfährt.

 

ALS (~ toen) verleden tijd

Wir hatten viel mehr Schnee, als ich klein war.

Als Sie zu Besuch waren, haben wir Ihnen Amsterdam gezeigt.

 

Vragen?

Heel graag aan Maria stellen!
+49 176 24 73 54 48 of info@MariaStratemeier.com

 

Begrepen?

Maak je eigen voorbeeldzinnen!
Bilden Sie Ihre eigenen Sätze mit wenn, wann und als! 

Wat je berijpt, versta je. Wat je zelf toepast, onthoud je. Mail graag je eigen voorbeelden, dan reageer ik met verbeteringen en/of leeradvies voor Duits.

 

Hogerop

Hoe wordt het Duitse woord als nog gebruikt?

 

Meer info, training en advies

Maria Stratemeier
+49 176 24 73 54 48
info@MariaStratemeier.com
Zakelijk Duits – handeln auf deutsch 

 

Tags: