Verkeer in Duitsland
Rijd jij weleens met de auto door Duitsland? Of neem je liever een trein van de Deutsche Bahn? Fietsvakanties langs de rivieren zijn erg geliefd. Of pak je het vliegtuig om bij de klant in München te komen?
De Duitse werkwoorden voor reizen, gaan, bewegen zijn vaak anders dan je zou verwachten.
Gaan is niet altijd gehen
In het Nederlands ga je op allerlei manieren: met de auto, met de trein, met de fiets en je gaat zelfs met het vliegtuig. Duitsers zeggen alleen gehen wanneer ze lopen:
Sie geht zu den Nachbarn. ~ Zij gaat (lopend) naar de buren.
Kent u deze combinaties van vervoersmiddelen en werkwoorden?
Auto fahren
Zug fahren of den Zug nehmen
Fahrrad fahren
fliegen / das Flugzeug nehmen
Snelheid
Wat automobilisten als eerste opvalt op de Duitse Autobahn: vaak mag je zo hard rijden als je wilt. Op veel lange trajecten wordt er dan ook geracet buiten de spits. In het Ruhrgebiet – net over de grens bij Arnhem – en bij de grote steden kom je echter Geschwindigkeitsbegrenzungen (snelheidsbeperkingen) tegen.
Inhalen
Op Duitse snelwegen ben ik daarom veel alerter. Voordat ik van baan (die Fahrspur) verander, observeer ik het verkeer achter mij. Er kan zo maar een Audi of Mercedes aankomen die bijna twee keer zo hard rijdt. Sommige Duitsers ergeren zich dan ook aan buitenlanders die met lage snelheid de linker rijbaan blokkeren.
Als mijn oom in de vakantie zelfs caravans op de linkerrijbaan tegenkomt, moppert hij weleens: NL steht für ‘nur links’. (NL staat voor ‘alleen maar links’.)
Op vaste grond
Een ander groot verschil constateer ik iedere keer als ik de grens overga: Duitse wegen zijn niet standaard voorzien van zoab. Vooral bij regen op de motor wordt dat meteen duidelijk. Je glijdt als het ware over de Duitse wegen; in Nederland voelt het weer als vaste grond onder je banden.
Met de boot
Wanneer het te nat wordt, heb je een boot nodig. Weet je wat Duitsers zeggen als ze varen?
Meer info, training en advies
Maria Stratemeier
info@MariaStratemeier.com
Zakelijk Duits: handeln auf deutsch