Duitse voorzetsels
Duitse grammatica voor wie Duits leert
Robert mailde mij laatst:
Beste Maria Stratemeier,
Mijn naam is Robert en ik wil graag mijn Duits verbeteren, maar ik weet niet hoe ik mijn knelpunten kan verbetern. Met de onderstaande zinnen + vertalingen wil ik u graag mijn probleem voorleggen.
De school bevindt zich aan de andere zijde van de brug.
Die Schule befindet sich auf der anderen Seite der Brücke. (waarom is het auf = op?)
Ik geloof in god.
Ich glaube an Gott. (Waarom an en niet in?)
Ik vind het moeilijk om de Nederlandse zinnen foutloos in het Duits te vertalen. Het zijn vooral de voorzetsels waarmee ik moeite heb. Ik weet soms niet wat het juiste voorzetsel is. Bijvoorbeeld ook in de volgende zin:
Zij ergert zich aan haar Buurman.
Sie ärgert sich an ihrem Nachbar. Of is het über? [Ja, klopt: sich über jemanden (4e) ärgern]
Soms probeer ik op de Duitse webistes antwoorden te vinden, maar daardoor nemen mijn twijfels soms zelfs toe. Een cursus Duits volgen doe ik al, maar daar worden zulke dingen niet echt uitgelegd.
Kortom kunt en wilt u mij hiermee verder helpen?
Ik dank u alvast voor uw tijd en aandacht.
Met vriendelijke groet,
Robert G.
Mij antwoord:
Beste Robert, lieber Herr G.,
danke für Ihre konkreten Fragen.
Ich kann mir gut vorstellen, dass Sie verwirrt sind. Präpositionen (~ voorzetsels) bedeuten mal das gleiche auf Niederländisch und Deutsch (op ~ auf). Ein anderes Mal gehört die Präposition fest zum Verb (~ werkwoord). Das können Sie unmöglich wortwörtlich übersetzen. Allerdings lohnt es sich, die festen Verbindungen von Verb und Präposition auswendig zu lernen. Vielleicht haben Sie das für Englisch auch mal gemacht. Denken Sie an
einen Text: geschrieben von jdm. ~ geschreven door iemand ~ written by s.o.
oder ein Produkt und sein Material: bestehen aus etw. ~ gemaakt van iets ~ made (out) of s.th.
oder eine Übersetzung: übersetzt ins Italienische ~ vertaald naar het Italiaans ~ translated into Italian
Präpositionen werden also oft vom Verb bestimmt. Die Grammatiker sagen: Das Verb “regiert” die Präposition. Diese Präposition “regiert” wiederum den Kasus (naamval) des nachstehenden Substantivs (zelfstandig naamwoord).
Dit fenomeen heb ik ook eens op mijn blog beschreven, met Duitse voorbeelden: https:// mariastratemeier.com/2016/07/ werkwoorden-naamvallen/
Schöne Grüße
Maria Stratemeier
Waarop hij reageerde:
Liebe Maria,
Vielen Dank für Ihre Reaktion und Ihre Auskunft.
Mein Deutsch ist leider (noch) nicht so gut, aber ich kann es verstehen.
Die Fälle sind nicht ein Problem für mich. Das habe ich gelernt (de geschlachten van woorden kennen is gewoon stampen en zinnen ontleden is ook geen probleem).
Eine Sprache lernen ist nicht einfach, weil es oft viele Ausnahmen sind.
Welches Buch können Sie mir für mein Problem mit der Grammatik empfehlen?
Vielleicht wollten Sie mir hiermit erst auf Aufstand helfen.
Im Voraus vielen Dank!
Mit freundlichen Grüßen
Op een zo concrete vraag geef ik graag antwoord:
Lieber Herr G.,
wenn Sie ausschließlich die Verben mit ihren passenden Präpositionen lernen und üben möchten, gibt es praktische Listen mit Beispielsätzen. Zum Beispiel online:
Falls Sie mehr Üben möchten, empfehle ich Ihnen das Buch “Duits voor zelfstudie” für niederländische Muttersprachler. Dort werden genau die Aspekte der deutschen Sprache behandelt, die Sie brauchen. Die Autorin ist meine erfahrene Kollegin Katja Zaich; das Buch ist bei Prisma erschienen. Es gibt auch ein zusätzliches “Werboek” mit noch viel mehr Übungen. Aber fangen Sie erstmal mit den Hörtexten, Dialogen und Aufgaben im Hauptbuch an.
Viel Erfolg!
Liebe Grüße
Maria Stratemeier
Meer over voorzetsels
Meer weten?
Maria Stratemeier
+49 176 24 73 54 48
info@MariaStratemeier.com
Zakelijk Duits: handeln auf Deutsch