grammatica, schrijven, uitspraak, verwoording, woordenschat, Zakelijk Duits
Met jouw Duitse partner maak je een afspraak. Maar hoe benoem je eigenlijk de datum? In een zakelijke Duitse mail of brief: De datum schrijf je in het Duits als cijfers en met punten na de dag en na de maand. Voorbeeld: 23.5.2015 Binnen een zin lees je...
Duits, grammatica, valse vrienden, verwoording, woordenschat, Zakelijk Duits
In het Nederlands vraag je: Heb je dan tijd? Deutsche fragen: Haben Sie dann Zeit? vragen = fragen Je vraagt in het Nederlands ook een prijs. Dit soort vragen lijkt op eisen. De Duitser zegt hier verlangen. Sie verlangt zehn Euro fuer das Buch. –...
Duits, grammatica, verwoording, woordenschat, Zakelijk Duits
Deze drie werkwoorden raken nog eens verward. Hier komt uitleg over betekenis, vormen en gebruik. müssen – verplichting, wet, noodzakelijkheid Die Arbeit muss bis Freitag fertig sein. Er muss die Kinder von der Schule abholen. Wir müssen das Meeting...
Duits, grammatica, verwoording, Zakelijk Duits
De Duitse voegwoorden oftewel koppelwoorden wenn, wann, als raken nog eens door elkaar. Zeker wanneer je moedertaal Nederlands is, zorgen deze Duitse woorden verwarring. Zo werken wenn, wann en als in het Duits: WENN (~ wanneer, als) vaak voorwaardelijk,...