Vorige week was ik in Dortmund, op een opleidingsdag over taal en meertaligheid in het onderwijs.

De zaal zat vol — honderden deelnemers: leerkrachten, taalkundigen, beleidsmakers.

En ik?

Ik voelde me… underdressed.

Een vreemde gewaarwording, want ik woon alweer tien jaar in Duitsland.

Maar terwijl om me heen vooral colberts, jurken en nette pakken te zien waren,

droeg ik een eenvoudige trui en comfortabele laarzen.

Niets bijzonders, dacht ik.

Tot ik besefte:

“Ik voel me hier plots heel Nederlands.”

Kleding als taal

Het fascineert me telkens opnieuw hoe sterk non-verbale signalen in Duitsland meespelen.

Kleding, toon, lichaamshouding — ze zijn allemaal onderdeel van communicatie.

In Nederland is “informeel” vaak een compliment.

We waarderen gelijkheid, spontaniteit, de toon van “doe maar gewoon”.

Een nette outfit kan. Maar het uiterlijk mag nooit afstand scheppen.

In Duitsland ligt dat anders.

Formele kleding is geen afstand, maar respect.

Ze zegt: “Ik neem dit serieus. Ik neem jou serieus.”

En precies dat verschil voelde ik in Dortmund.

Formeel is niet koud – het is professioneel

Ik dacht even: “Heb ik me vergist? Had ik ook een blazer moeten dragen?”

Maar terwijl de dag vorderde, realiseerde ik me iets belangrijks:

het ging niet om uiterlijk vertoon, maar om houding.

De Duitse deelnemers straalden professionaliteit uit – ook in hoe ze zich presenteerden.

Het nette pak hoorde bij de inhoud: taal, beleid, onderwijs, onderzoek.

Die zorgvuldigheid in presentatie versterkte de geloofwaardigheid.

Ik vond het mooi om te zien hoe “ernst” en “betrokkenheid” daar samenkwamen.

Wat Nederlanders hiervan kunnen leren

Voor Nederlandse professionals die in Duitsland samenwerken,

zit hier een waardevolle les in:

stijl is context.

In Nederland zeggen we: “We beoordelen op inhoud, niet op uiterlijk.”

In Duitsland hoort uiterlijk bij de inhoud.

Niet om indruk te maken, maar om te tonen dat je het vak serieus neemt.

Daarom is het goed om, vóór een congres, training of pitch in Duitsland,

even stil te staan bij de toon van het evenement.

  • Is het academisch of zakelijk? → liever formeel.
  • Gaat het om samenwerking of creativiteit? → dan mag het losser.
  • Twijfel je? → iets formeler is bijna altijd veiliger.

Je straalt er respect en voorbereiding mee uit.

Wat er ook telt in de omgang met Duitsers

Na afloop sprak ik met een docent uit Keulen.

Ze glimlachte toen ik haar vertelde dat ik me wat underdressed had gevoeld.

Ze zei:

“Ach, wissen Sie – mir ist lieber jemand in Stiefeln, der zuhört, als jemand im Anzug, der nur redet.”

Dat vond ik prachtig.

Want het herinnert eraan dat vorm en inhoud hand in hand gaan,

maar dat oprechte interesse uiteindelijk het belangrijkste blijft.

In Duitsland telt niet alleen wat je zegt,

maar ook hoe je het zegt – en dat gaat verder dan woorden.

Mijn persoonlijke conclusie

Ik ben blij dat ik in Dortmund was.

Niet alleen om wat ik inhoudelijk leerde,

maar ook om dat kleine ongemak van het begin.

Het herinnerde me eraan hoe waardevol het is

om tussen culturen in te bewegen.

Om soms iets te voelen dat schuurt — en te weten:

dit is precies waar het leren begint.

Kom onderdompelen!

Of het nu om taal, kleding of toon gaat —

elke culturele context heeft zijn eigen grammatica.

Wie die grammatica leert lezen,

spreekt uiteindelijk met meer gemak én meer begrip.

In mijn training Zakelijk Duits oefenen we precies dat:

taal, toon en houding – zodat je niet alleen goed Duits spreekt,

maar ook goed overkomt.

Hier lees je meer over mijn training Zakelijk Duits.

Lees meer

over zelfvertrouwen als Nederlander in Duitsland: Wat één kunstenaar leerde over toon, timing en taal.

over presenteren in het Duits: Van onzeker naar zelfverzekerd.