Tagarchief ‘zal’


müssen, sollen, werden

Deze drie werkwoorden raken nog eens verward. Hier komt uitleg over betekenis, vormen en gebruik.   müssen – verplichting, wet, noodzakelijkheid Die Arbeit muss bis Freitag fertig sein.  Er muss die Kinder von der Schule abholen.  Wir müssen das Meeting noch vorbereiten.  vorm: Het enkelvoud heeft een “u” /oe/: ich muss, du musst, es muss….