Een Nederlandse kunstenaar die ik onlangs begeleidde, vertelde me na afloop van haar expositie in Berlijn:
“Dankzij de training voelde ik me eindelijk zelfverzekerd in gesprekken met Duitse curatoren.”
Die zin raakte me. Want het ging haar niet alleen om grammatica of woordenschat, maar om iets veel subtielers: toon en timing — precies waar samenwerking met Duitse partners vaak op valt of staat.
Taal is meer dan woorden
In de creatieve sector is authenticiteit goud waard. Maar zodra je in Duitsland werkt, verandert het kader.
Nederlanders waarderen spontaniteit en humor; Duitsers hechten meer waarde aan consistentie, voorbereiding en formele toon.
De kunstenares vertelde hoe ze haar presentaties luchtig begon — iets wat in Nederland prima werkt. In Duitsland bleef de zaal stil. Niet uit onwil, maar omdat haar publiek eerst inhoud verwachtte.
Toen ze leerde haar verhaal eerst te structureren en daarna pas persoonlijk te worden, merkte ze dat de reacties veranderden: ze kreeg vragen, echte interesse en lof voor haar professionaliteit.
Interculturele communicatie in de praktijk
Taal is communicatie, maar communicatie is ook cultuur.
Duitsers luisteren anders. Ze waarderen wanneer je hun manier van werken begrijpt.
Daarom leer ik mijn deelnemers om:
- formeel en informeel bewust in te zetten;
- presentaties op te bouwen volgens Duitse logica;
- rust te houden bij kritische vragen.
Zelfvertrouwen groeit door begrip
Zelfvertrouwen komt niet uit perfecte grammatica, maar uit inzicht.
Zoals de kunstenares zei:
“Ik durf mezelf te zijn, maar ik weet nu wánneer ik de Duitse toon moet raken.”
Wil jij dat ook ervaren?