Duits, grammatica, verwoording, woordenschat, Zakelijk Duits
Deze drie werkwoorden raken nog eens verward. Hier komt uitleg over betekenis, vormen en gebruik. müssen – verplichting, wet, noodzakelijkheid Die Arbeit muss bis Freitag fertig sein. Er muss die Kinder von der Schule abholen. Wir müssen das Meeting...
Duits, grammatica, verwoording, Zakelijk Duits
De Duitse voegwoorden oftewel koppelwoorden wenn, wann, als raken nog eens door elkaar. Zeker wanneer je moedertaal Nederlands is, zorgen deze Duitse woorden verwarring. Zo werken wenn, wann en als in het Duits: WENN (~ wanneer, als) vaak voorwaardelijk,...
Duits, grammatica, woordenschat, Zakelijk Duits
In het Nederlands is het “voor”. Voor zes uur moet het af zijn. Voor het raam staat een tafel. Voor mijn zus is dit cadeau. Voor haar voorstel zijn velen. Voor een pensionair ziet hij er jong uit. Voor ze weg gaan zetten ze alles op slot. Even...